Mijn goede voornemen voor Mei/Mij

Ongeveer drie weken geleden reed ik met mijn vriend door mijn oude geboorteplaats in Brabant. Een klein dorpje, maar met een grote verscheidenheid aan herinneringen. Ookal is het een deurp van niks, we wisten er een flinke middag vol te maken.

Ik liet hem zien waar ik op de crèche had gezeten. Waar de huisarts zat, ik tennis had gespeeld, hoe ik naar school fietste, waar Sinterklaas aan kwam. En waar mijn andere vriendjes en vriendinnetjes woonden in de straat. Wat dat betreft zat ik in de Hoofdstraat helemaal goed. In de buurt woonden veel kinderen van mijn leeftijd, er was dus altijd iemand om mee te spelen. Aan het ene uiteinde van de straat was een zwemplas, waar we ’s zomers veel heen gingen. Verder was er een grote parkeerplaats; voor alle kerkgangers op zondag – en aan het andere uiteinde van de straat zat een bedrijf in handelswaren voor de visserij.

Soms waren we rebelse kinderen, geïnspireerd door wat we op de televisie zagen als we met onze ouders meekeken, en net zoals in de film leek het ons dan een volkomen plausibel idee om ‘weg te lopen’. Dat was in onze wereld dus naar die zaak aan het einde van de straat. Dat was weglopen.

Zo groot was onze wereld toen.

Nu is ‘ie oneindig.

En dat geeft teveel ruimte om echt weg te lopen. Echt te vluchten.

Dat besef kwam diezelfde middag, toen we na een tour door mijn geboorteplaats een hapje gingen eten bij een restaurant in Breda. We reserveerden de tafel, en even schoot er een ongemakkelijke gedachte door mij heen. “Wat als ik Huppeldepup tegen zou komen?”. Huppeldepup was een vriendin uit mijn studententijd. We kwamen geregeld bij het restaurant waar ik zojuist een tafel had geboekt. De kans dat ik haar tegen zou komen, was vrij reëel. Ik bedacht wat ik in dat geval zou doen; we hebben elkaar immers al jaren niet gesproken, zijn uit elkaar gegroeid en zoals dat vaak gebeurt in dat soort situaties is er geen mooi en pasklaar ingeluid einde van een vriendschap, maar meer een ongemakkelijke stilte die overgaat in een comfortabele afwezigheid van elkaars bestaan. Awkward dus om elkaar daar tegen te komen. Ik ben daar met een ander, zij zou daar met een ander zijn. Het restaurant stampvol. Potentieel de eerste keer in jaren dat je elkaar kruist. Wat doe je dan? In mijn hoofd dreigde deze onwaarschijnlijkheid steeds grotere proporties aan te nemen.

“Ik kan haar altijd achteraf nog appen”, stelde ik mijzelf abrupt gerust. Maar mezelf geruststellen is doorgaans van korte duur. Want ineens besefte ik dat dit een door de tijdsgeest ingegeven optie is. De optie om haar eventueel aan te spreken was niet eens ‘im Frage’, want ik ben opgegroeid in het digitale tijdperk. En dat betekent dat, langzaam maar zeker, een appje vanzelfsprekender is geworden dan echt contact. Maar wat had ik gedaan als die optie, achteraf appen, er niet was? Wat had ik gedaan als ik me daar niet achter kon verschuilen?

En veel belangrijker nog: hoeveel impact hebben al die digitale mogelijkheden op zoiets wezenlijks als onze communicatie, ons contact met elkaar? En wat zijn daar dan weer de gevolgen van? Hoe is ons onderlinge contact de afgelopen jaren veranderd?

Je begrijpt: de geruststelling was van korte duur. Maar met het bewustwordingsmoment kon ik ook bewust een andere route kiezen. Een route die hopelijk bijdraagt aan meer verbinding. Want we snakken ernaar. En door de makkelijke, snelle opties zien we soms niet eens hoezeer we onszelf en anderen ervan beroven. Dit moment was voor mij een eye-opener. Ik heb Communicatie gestudeerd, en dus een soft spot voor.. communicatie. Maar naarmate tijden veranderen en ik ouder word, vind ik het steeds minder dankbaar om mijn opgedane kennis in te zetten om organisaties een PR-crisis te helpen overleven of om een bestuurder in het zadel te houden, en steeds waardevoller om het in te zetten voor dat wat er werkelijk toe doet: menselijke verbinding. Want menselijke verbinding valt of staat met communicatie. Maar als communicatie gewoontegedrag wordt, en dat gewoontegedrag niet meer bijdraagt aan verbinding, dan zit er iets niet in de haak. Zoals we, en ik ook, dat dus doen met al onpersoonlijke en veilige berichtjes. Dat kan ik niet meer aan mezelf verkopen, die default neuroverbinding naar veilige, onpersoonlijke, digitale communicatie, want als ik ergens van overtuigd ben, is het wel dat emotionele armoede de grootste crisis is die we momenteel om handen hebben.

Dat gezegd hebbende: de oplettende lezer realiseert zich nu waarschijnlijk dat dit zich al drie weken geleden heeft afgespeeld, en ik nu pas een stapje terug doe online. Goed gezien, waarde lezer! Dat zit zo.

Al langer speel ik af en aan met de gedachte om een Social media break te nemen of mijn iPhone in te ruilen voor een oude Nokia (ik ben zover dat ik inmiddels wel zo’n oude Nokia in huis heb, maar toegegeven ligt deze al een aardige tijd vanaf de vensterbank af en toe met mijn geweten te flirten, waarna ik ‘m weer ergens uit het zicht plaats), maar eerlijk is eerlijk: ik voel de afhankelijkheid. En ik voel mijn triggers wanneer ik op het punt sta om alle banden met mijn digitale bestaan te verbreken.

Dus het laatste recente zetje was meer dan welkom. Mijn telefoon begaf het. Mijn telefoon, met ruim 10.000 foto’s en al mijn Lightroom-instellingen en -presets. Al dat, niet gesynchroniseerd, niet elders opgeslagen, en mijn telefoon is niet meer te redden. Weg, foetsie.

Zin om te fotograferen is dus even als sneeuw voor de zon verdwenen, en de noodzaak om op Instagram te zijn eigenlijk ook wel.. Dus, ga ik klein beginnen: ik de-activeer mijn Instagram. Misschien zie je me over een tijdje weer. Voor nu ga ik ervaren hoe het mij afgaat zonder afleiding. Hoeveel FOMO er in kickt, hoeveel rust er daarna hopelijk over me heen komt. Hoe echt contact is.

En misschien is daarna dan eindelijk mijn WhatsApp aan de beurt.

PS: Heb je deze blog gelezen? Vond je dit leuk, waardevol, inspirerend? Laat het me, lekker oldschool, weten in een reactie hieronder. Stel ik erg op prijs.

Dit bericht heeft 4 reacties

  1. Fay

    Dat ik wil reageren dat dit een stoere zet is, zegt al meer dan genoeg over hoe ik hier zelf in sta en hoe we als mens zijn gemaakt. Of onszelf hebben gemaakt.

    In elk geval succes/plezier/rust/verademing (pick which you like) gewenst en tot een volgende blog of post of whatever 🙂

    1. Wat lief dat je hier een berichtje achterlaat, thanks Fay! Mooie reactie. En dank je wel, ik kies ze gewoon allemaal, komen vast allemaal eens aan de orde. Over een tijdje post ik weer een blog met de eerste inzichten en hoe het bevalt. Hopelijk tot dan :)! Liefs, Scarlett

  2. Lana

    Mooi stukje proza weer Scar! En ware woorden ook, zonder meer! De digitale wereld heeft ons absoluut afhankelijk gemaakt van de ‘snelle fix’ en on the edge of real human existence is het een zet van kracht om juist een stap terug te doen en voor echt te gaan.

    C u weer op het strand of op ons balkonnetje ❤️

    1. Aaah Laan, wat lief dit.. thanks voor je mooie woorden! En, precies dat wat je zegt. Het was echt een inzicht hoe de impact van alle digitale middelen zelfs in die allerdiepste krochten van het onderbewuste z’n uitwerking heeft. En daar ga ik je graag gauw weer zien <3. Liefs, Scarlett

Geef een reactie